
Hilde verdiept zich in wondere wereld van het zenuwstelsel en de polyvagaal theorie. Een training over ontwikkelingstrauma blijkt een grote bron van opluchting te zijn, want eerder voelde ze zich vaak min of meer hulpeloos overgeleverd aan de signalen van haar lijf. Met eenvoudige somatische oefeningen blijkt het mogelijk om de bandbreedte waarin haar zenuwstelsel zich comfortabel voelt te vergroten. De relatie met haar lichaam verandert van forcerend en met discipline iets voor elkaar willen krijgen naar een liefdevolle zachte samenwerking.
Ze vertelt over hoe copingsstrategieën leiden tot een ‘vals normaal’ en dat dit soms maatschappelijk of spiritueel gezien heel gewaardeerde manieren van zijn zijn, maar niet tot uiteindelijke bevrijding of vervulling leiden.