
De laatste in de Simson-serie. Toch wel jammer. Simson is boeiend. Zo brak de dag aan dat de Filistijnen een afgodsfeest vierde voor Dagon. Dagon zou in zijn eigen huis een groot offer krijgen als dank voor de overwinning op Simson. Er komen er 3000. In een vrolijke bui willen men entertainment. Simson speelt in ‘het stadion’. De blinde, gebonden man wordt uitgelachen, bespot, gebasht. In deze richter wordt de God van Israël bespot. Spot is het gemene wapen van de satan in de geestelijke strijd. Maar er is verborgen hoop. Er is namelijk Simsons groeiende haar. Simson bidt een wraakbede: ‘Mag ik nog één keertje wreken….’ Persoonlijke wraak en Gods felle wraak lijken door elkaar te kunnen lopen. God verhoort. Simson trekt de zware zuilen van de tempel omver. Zo offert hij zichzelf op om zijn volk te verlossen (Richt. 13:5). Dagon ligt in eigen huis begraven in het puin. Simson krijgt een eervolle begrafenis. Maar is dit toch geen persoonlijke wraakactie van Simson? Mag hij zo’n wraakgebed bidden?
En wij vandaag? Wat leerde Jezus ons?